De opvallende witte toren is van heinde en verre te zien. Beeldbepalend voor Nijkerk. Een monument, sinds hij in 1776 de oude gotische bovenbouw van de toren uit 1461 verving. Deze toren herbergt zelf ook twee unieke monumenten, de één voor iedereen te horen, de ander slechts voor bezoekers te zien:
het carillon en het uurwerk-met-speeltrommel.
Al sinds 1777 wordt het leven in de Nijkerkse binnenstad veraangenaamd door het fraaie klokkenspel, dat gegoten werd door Andreas Jozef van den Gheyn uit het Belgische Leuven.
Het klokkenspel (carillon of beiaard is ook goed) is te horen op allerlei feestdagen, maar ook tijdens de twee wekelijkse "marktbespelingen".
Daarnaast is het carillon ook een serieus muziekinstrument, waarop vele concerten per jaar worden gegeven. De stadsbeiaardier en ook de gastbeiaardiers zijn allemaal gediplomeerd aan een beiaardopleiding als bijvoorbeeld de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort, die in feite een onderdeel van het Utrechtse conservatorium
Het had weinig gescheeld of Nijkerk had een buitengewoon slecht klokkenspel gehad. Klokkengieter Alexius Petit, die in 1775 de opdracht voor het gieten van een carillon van 35 klokken kreeg, leverde een carillon af, dat nog niet eens gestemd was.
Petit wist ook niet hoe dat moest, maar klokkengieter Andreas Jozef van den Gheyn, wiens hulp door het gemeentebestuur werd ingeroepen, verstond de kunst van het klokken stemmen maar al te goed.
Hij was daarmee wel de enige, na de beroemde gebroeders Hemony, een eeuw eerder. Hij keurde alle klokken af, op de drie grootste na. Die hangen ook nu nog in het carillon en worden bovendien als luidklokken gebruikt. Het zijn niet de mooiste van de beiaard, want de 34 die Van den Gheyn erbij goot, zijn stuk voor stuk zuiver en prachtig van klank.
Hij had weliswaar opdracht nog maar 32 klokken bij te gieten, maar gaf er twee kleintjes gratis bij. In het gieten van kleine klokjes was hij namelijk onovertroffen, ook de Hemony´s waren daar niet zo sterk in.
Zo kreeg Nijkerk in 1777 een wonderschone beiaard van 37 klokken, die meteen in de categorie "fraayste klokkenspellen van de Republiek" kwam.
Het feit dat het Nijkerkse carillon tegenwoordig 51 klokken telt, geeft al aan, dat de beiaard nog steeds populair is en dat er nog steeds verbeteringen en uitbreidingen plaatsvinden.
De uitbreidingen vonden na de oorlog plaats, toen er een tendens ontstond om carillons uit te breiden naar vier octaven (47 klokken). In 1953 kwamen er vijf klokjes bij en in 1961 nog eens vijf. In 1987 kwam er een Es1-klok bij, die werd geschonken door de plaatselijke Rabobank. In 1995 bracht het Nijkerkse bedrijfsleven geld bij elkaar voor de aanschaf van een grote Bes0-klok, de grootste van de beiaard. Op Bevrijdingsdag 1995 werd de klok gepresenteerd en heet sindsdien de "Bevrijdingsklok". De laatste uitbreiding dateert van 1999, toen Autobedrijf Schueler 2 klokjes aanbood, die pas in 2004 in de beiaard konden worden opgenomen.
De beiaardier bespeelt het carillon met behulp van een "stokkenklavier". Met zijn vuisten en zijn voeten brengt hij zo de klepels in de klokken in beweging. Omdat het hele systeem heel fijn is afgesteld, kan de beiaardier heel genuanceerd spelen. Hij kan de klokken héél zacht, maar ook donderend hard laten klinken.
Alle artikelen op deze website zijn met de grootste zorg samengesteld en vallen onder het
copyright en auteursrecht. Informatie op de website van de Nijkerkse Klokkenspelvereniging
is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk
delen 3.0 Nederland licentie.
Voor meerinformatie omtrent deze licentievorm kunt u terecht op:
http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/
Het publiceren van e-mailadressen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
Nijkerkse Klokkenspelvereniging is niet toegestaan.
Kosten ontstaan door het vermelden van e-mailadressen van de Nijkerkse Klokkenspelvereniging
zullen worden verhaald.
Aantekeningen: